Oeps(ala) is best wel ver weg
IJsselstein, 31-okt-2025 - Was het overmoed? Of gewoon een misplaatst vertrouwen in eigen kunnen? Feit is: toen Olav begin 2025 hoorde dat het EK MCR in 2026 in Uppsala (Zweden) zou plaatsvinden, nam hij geen enkel risico. De verlofaanvraag voor juli 2026 lag de volgende dag al op het bureau — sneller dan zijn gemiddelde mahjonghand ooit voltooid werd. De werkgever, zichtbaar onder de indruk van zoveel vooruitziende wijsheid, kwam nog even dubbelchecken of die vrije week écht niet voor 2025 bedoeld was. “Nee hoor,” antwoordde Olav met het soort uitgestreken gezicht dat alleen iemand kan hebben die denkt de toekomst al gewonnen te hebben.
En dus begon hij 2025 vol goede moed — een moed die helaas al bij de eerste wedstrijd bij de Kongrovers genadeloos werd gesloopt. Tradities zijn er om in ere te houden, dus ook het slechte seizoensbegin. Gelukkig boden de twee volgende toernooien hoop. Er werden zelfs al vliegtickets naar Zweden bekeken (want wat kan er nou misgaan?).
Nou, dat werd snel duidelijk bij de vierde horde: de Reus van Rotterdam. Een resultaat zo bedroevend dat zelfs de stenen van de Maas zich ongemakkelijk omdraaiden. Tot overmaat van ramp won vriendin Jacqueline daar de eerste prijs, wat Olav niet alleen zonder beker liet, maar ook met een zoutvat vol relationele relativering.
De rest van het jaar kabbelde voort met resultaten die zo middelmatig waren dat het pijn deed. Niet slecht genoeg om op te geven, niet goed genoeg om te vieren. En dus eindigde onze Nistelrodenaar als 20e op de Nederlandse ranglijst — op het randje van de afgrond, net binnen de kwalificatie. (Nederland mag 21 spelers inschrijven)
Nu rest er slechts de hoop dat de concurrentie het in de Europese toernooien nog slechter doet. Ondertussen heeft Olav uit pure wanhoop een ‘trainingskamp’ geboekt op Réunion. Want niets zegt “ik geloof er nog in” zoals een tropisch eiland vol palmbomen en wanhoop.
Jacqueline daarentegen? Die heeft haar ticket naar Zweden al op zak. En met het subtiele medeleven van een ware partner liet ze hem weten: “Ik ga sowieso. Met of zonder jou.”
Wat overblijft is een man, gebroken maar nog net niet verslagen. Starend naar de horizon, zich afvragend of Uppsala écht zo ver weg is — of dat het gewoon zijn eigen kunnen is dat hij uit het oog is verloren.